29/10/2025
In de marge van de vergadering van het Europees Comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart (CESNI), die op 28 oktober in Den Haag gehouden werd, heeft op 29 oktober in het Wereldmuseum in Rotterdam het symposium “Navigating the future of IWT” plaatsgevonden. Het evenement werd georganiseerd om samen met diverse belangrijke Europese binnenvaartstakeholders het tienjarig bestaan van CESNI te vieren. Voor de sprekers en deelnemers was het een goede gelegenheid om terug te kijken op de afgelegde weg en vooruit te kijken naar de uitdagingen van de toekomst.

Bron: CESNI
CESNI werd opgericht op 3 juni 2015, tijdens de plenaire zitting van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR), die destijds eveneens in Rotterdam plaatsvond. Het comité werd tot stand gebracht omdat zowel de CCR als de EU de governance op Europees niveau op het gebied van de binnenvaart wilden versterken. De rol van CESNI bestaat eruit technische standaarden aan te nemen voor binnenvaartschepen, bemanningen en informatietechnologieën. De regelgeving op Europees en internationaal niveau – met name die van de Europese Unie en de CCR – kunnen verwijzen naar deze standaarden. Andere internationale organisaties, zoals de Donaucommissie en de ECE/VN verwijzen naar deze standaarden in de vorm van aanbevelingen. In de afgelopen tien jaar zijn er belangrijke standaarden aangenomen (ES-TRIN, ES-QIN, ES-RIS), maar ook andere, voor de binnenvaart nuttige documenten (toelichtingen, modellen, informatiebrochures, richtsnoeren, FAQ, studies, etc.).
Het symposium begon met welkomstwoorden van de heer Michiel van Kruiningen (van het Nederlandse Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat), mevrouw Fotini Ioannidou (Europese Commissie) en mevrouw Lucia Luijten (CCR). De sprekers waren het eens over het belang van de binnenvaart als vervoerswijze in Europa en wezen erop dat het succes van de binnenvaart mede afhangt van een geharmoniseerde, flexibele en moderne regelgeving. Wat dit betreft speelt CESNI een wezenlijke rol voor de standaardisering in Europa en zelfs daarbuiten. Het werk van het comité in de afgelopen jaren heeft veel opgeleverd voor de binnenvaart. Daarbij stond altijd een pragmatische, op samenwerking gerichte benadering voorop. Dat de leden en waarnemers van het comité een rijkgeschakeerde achtergrond hebben, is absoluut een troef als het gaat om het opstellen van standaarden die stroken met de behoeften van de sector. CESNI is een bij uitstek geschikt overlegplatform, waar expertise en inbreng op Europese schaal samenkomen. Deze ononderbroken en nauwe samenwerking tussen alle stakeholders, die afkomstig zijn uit de privé- en overheidssector, zal ook van essentieel belang zijn als het om de uitdagingen van de toekomst gaat: weerbaarheid in het licht van de wereldwijde veranderingen, modal shift, digitalisering, automatisering, vergroening van de vloot, de ontwikkeling van nieuwe technologieën… De structuur van CESNI is zeer geschikt hiervoor: CESNI heeft een heldere kijk op de situatie om in deze transitieperiode goed te kunnen navigeren en de veiligheid van de binnenvaart te kunnen waarborgen.
Het eerste gedeelte van de bijeenkomst was gewijd aan de uitdagingen voor de binnenvaart en het waterbeheer. Martin Wijnen (Rijkswaterstaat), schetste het wel en wee van de waterwegen en de ontwikkelingen daaromtrent in de loop der tijd. Hij beschreef de huidige uitdagingen en wat Rijkswaterstaat daarvoor onderneemt. Ook hier werd het belang van samenwerking onderstreept, naast de noodzaak om een gemeenschappelijke Europese visie te hebben, adequate financiële middelen, aan de uitdagingen aangepaste innovaties en de efficiënte ontwikkeling van vereenvoudigde regelgeving. Bart Kuipers (Erasmus Centre for Urban, Port and Transport Economics) heeft daarna de belangrijkste tendensen voor de toekomst van de vloot beschreven, met de opkomst van nieuwe scheepstypes: milieuvriendelijker, kleiner en flexibeler, aangepast aan lage waterstanden, modulair, autonoom en digitaal, alsook gericht op diverse nieuwe soorten lading. De vloot van de toekomst moet beter afgestemd zijn op nieuwe behoeften; men denke aan de ontwikkelingen in de richting van een kringloopeconomie, het gebruik en/of het vervoer van nieuwe energiedragers, de stedelijke logistiek, de klimaatverandering, strategische en geopolitieke behoeften, maar ook het tekort aan personeel is een factor. De infrastructuur zal aangepast en ontwikkeld moeten worden. Er zijn andere competenties nodig, een andere manier van werken, en – natuurlijk – regelgeving.
Het tweede gedeelte was gewijd aan het onderwerp governance en internationale samenwerking. Manfred Seitz (Donaucommissie) stelde zijn organisatie voor en de essentiële rol van deze organisatie als overlegplatform en competentiecentrum voor de Donaustaten. Hij wees erop dat de Donaucommissie graag deelneemt aan de werkzaamheden van het comité, mede omdat daardoor input geleverd kan worden zodat er rekening wordt gehouden met de specifieke, regionale operationele kenmerken van de Donauvaart en wat dit betekent voor de technische eisen. Hij onderstreepte dat CESNI van groot belang is voor de ontwikkeling van een veilige, innovatieve en efficiënte binnenvaart, en daarom een echte Europese successtory is. Benjamin Hofmann (ETH Zürich) hield een presentatie over zijn onderzoek op het gebied van de governance. Een hoofdconclusie is dat een complexe governance – zoals voor de binnenvaart – voordelen biedt, want zij is flexibel en beter bestand tegen schokken. Een verdere uitdieping van de bestaande rollen en de coördinatie kunnen een extra toegevoegde waarde opleveren. Daar komt nog bij dat standaarden idealiter zo ontworpen zijn dat zij regelmatig aangepast en ook andere beleidsmatige aspecten in het vizier gehouden kunnen worden (bijvoorbeeld financiële aspecten) waardoor een getrapte ondersteuning van innovatie mogelijk wordt. Standaardisatie – zo zei hij – hangt tot slot ook af van kennis: het is daarom belangrijk om innovatieve ondernemingen en onderzoekers hier nauw bij te betrekken.
De voorzitter van CESNI, Ivan Bilić-Prcić, sprak het slotwoord en gaf daarin een samenvatting van de belangrijkste mijlpalen van CESNI van de afgelopen jaren: de ontwikkeling van geharmoniseerde standaarden die de veiligheid en doeltreffendheid van de binnenvaart verhogen, het slaan van een “brug” tussen regelgevers, bedrijfsleven en deskundigen, en het tot stand brengen van een solide samenwerking die de binnenvaart in Europa sterker maakt, milieuvriendelijker en concurrentiëler. CESNI staat klaar om de uitdagingen van de toekomst aan te gaan en kan dit doen dankzij een stevige basis, vertrouwen en samenwerking tussen alle leden en waarnemers.
CESNI bedankt de Nederlandse delegatie heel hartelijk voor de gastvrijheid en de ontvangst in Rotterdam, een voor de binnenvaart zeer belangrijke stad, alsmede voor het Nederlands voorzitterschap van de CCR in de afgelopen twee jaar en eind 2025 afloopt. Ook veel dank aan alle sprekers en deelnemers die van dit symposium een succes hebben gemaakt.
Meer informatie over het programma, de sprekers, hun toespraken en presentaties vindt u op de volgende, specifiek hieraan gewijde webpage.