Eerste bijeenkomst van de examencommissies voor beroepskwalificaties

07/09/2018

 

Parijs, 7 september 2018 – Op 4 en 5 september heeft in Parijs de eerste, gezamenlijke vergadering plaatsgevonden van de examencommissies die verantwoordelijk zijn voor de beoordeling van dekbemanningsleden in de binnenvaart. Deze bijeenkomst, die georganiseerd werd onder auspiciën van CESNI, het Europees Comité voor de opstelling van standaarden in de binnenvaart, is de eerste in zijn soort, het begin van een nieuw tijdperk voor de beroepskwalificaties in de binnenvaart.

 

Bijna vijftig deskundigen uit negen lidstaten van CESNI en drie riviercommissies hebben zich over talrijke vragen gebogen in verband met de concrete toepassing van de ontwerpstandaarden voor de competenties en het afnemen van praktijkexamens. Tijdens de verschillende discussierondes vond een levendige gedachtewisseling plaats en werd uitgebreid ingegaan op ervaringen uit de praktijk.

 

De deelnemers werden welkom geheten door de heer François Alabrune, hoofd van de Franse delegatie van de CCR, de Centrale Commissie voor de Rijnvaart, en de gastheer van de vergadering, de heer Jean-Marie Aurand, algemeen directeur van de OIV, de Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding. Ambassadeur Alabrune benadrukte met name de belangrijke rol van de toekomstige standaarden (die naar verwachting in november van dit jaar door CESNI aangenomen zullen worden) om meer convergentie te bereiken tussen de kaderregelgeving op Europees vlak, de regelgeving voor de Rijn en die voor de Donau. Hij pleitte voor een voortzetting van de nauwe samenwerking in het kader van CESNI om bij te dragen aan een coherente toepassing van de standaarden. De heer Vojtech Dabrowski, deskundige van de Tsjechische delegatie, heeft de vergadering met kennis van zaken op efficiënte wijze geleid.

 

Aan het einde van de twee dagen waren de circa dertig vragen die de deskundigen hadden ingediend vrijwel allemaal behandeld. De vragen hadden betrekking op de toepassing van de nieuwe richtlijn 2017/2397 en de werkzaamheden van CESNI zoals voorzien in de richtlijn en de volgende versie van de Rijnreglementen. De deskundigen zijn daarbij ook ingegaan op de toepassing van de standaarden in het licht van de nieuwe wettelijke regelingen, waarbij veel voorstellen werden gedaan voor een geharmoniseerde implementatie.

 

Afgezien daarvan bood de bijeenkomst een uitstekende gelegenheid om de deskundigen te informeren over hoe CESNI werkt. Er werd ook bericht over de nieuwe ontwikkelingen rond het internationaal wettelijk kader en deze CESNI-standaarden, die naar verwachting in januari 2020 van kracht zullen worden. Dankzij CESNI is er een convergentie tussen de verschillende wettelijke kaders op Europees vlak tot stand gekomen, maar dat neemt niet weg dat nu gezorgd moet worden voor een correcte implementatie van de richtlijn en een wijziging van de regels die door de riviercommissies worden toegepast, zodat naast een hoog veiligheidsniveau een hoog kwalificatieniveau gewaarborgd blijft. Dit is van groot belang om in de binnenvaart adequate omstandigheden te kunnen garanderen. Tegen deze achtergrond werd gewezen op de rol van de deskundigen van de examencommissies bij de implementatie hiervan, alsook de ondersteuning die zij kunnen bieden bij innovatieve ontwikkelingen.

 

Dankzij het interessante randprogramma dat de Franse gastheer in de bruisende stad Parijs georganiseerd had, bood  de bijeenkomst voldoende gelegenheden om persoonlijk met collega’s uit andere landen van gedachten te wisselen. De nieuwe of hernieuwde contacten die tijdens de bijeenkomst tot stand kwamen, zullen ongetwijfeld de internationale samenwerking tussen de deskundigen ten goede komen.

 

De resultaten zullen gepubliceerd worden in een rapport over de toepassing van de kwalificatiestandaarden. Het is goed denkbaar dat zij tevens een aanleiding zullen vormen voor aanvullende werkzaamheden in CESNI en dus hun weerslag zullen vinden in het volgende werkprogramma voor het Comité voor de periode 2019-2021. Dit werkprogramma zal op de volgende vergadering van het Comité in november van dit jaar worden besproken.