Vergadering van CESNI op 28 oktober 2021

28/10/2021

Het Europees Comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart (CESNI) heeft op 28 oktober 2021 online vergaderd, terwijl de voorzitter, de heer Vojtech Dabrowski, en de verschillende leden van het secretariaat de vergadering vanuit het Palais du Rhin in Straatsburg hebben gevolgd. Dertien lidstaten (Oostenrijk, België, Bulgarije, Kroatië, de Tsjechische Republiek, Frankrijk, Duitsland, Luxemburg, Nederland, Polen, Roemenië, Slowakije en Zwitserland), de Europese Commissie, de rivierencommissies voor de Donau, Moezel, Rijn (CCR) en Sava, en acht erkende organisaties (CEMT, EBA, EDINNA, ETF, GERC, IVR, EBU en ESO) waren vertegenwoordigd, alsook het Verenigd Koninkrijk en Oekraïne (in de hoedanigheid van waarnemersstaat).
 
CESNI heeft verslag uitgebracht over de voortgang die de werkgroepen hebben geboekt met de werkzaamheden op het gebied van de technische voorschriften voor binnenschepen, de beroepskwalificaties en de informatietechnologieën. De invoering van voorschriften met betrekking tot huishoudelijk afvalwater, de vaststelling van modelexamens voor het operationeel niveau en het managementniveau, en de aanneming van het werkprogramma 2022-2024 zijn enkele van de kernpunten die tijdens de vergadering op 28 oktober werden behandeld.
 

De heer Vojtech Dabrowski en mevrouw Marleen Coenen

 
Werkzaamheden op het gebied van de technische voorschriften voor binnenschepen
 
Voorzieningen voor het verzamelen en het verwijderen van huishoudelijk afvalwater
 
Het lozen van huishoudelijk afvalwater van passagiersschepen vormt een belangrijk probleem voor de bescherming van het milieu. In dit verband heeft het comité zijn voornemen bevestigd om voorschriften met betrekking tot huishoudelijk afvalwater in te voeren voor in bedrijf zijnde passagiersschepen. Zo moeten alle passagiersschepen vanaf 2030 bij de verlenging van hun binnenschipcertificaat voorzien zijn van verzameltanks voor huishoudelijk afvalwater of van boordzuiveringsinstallaties (artikel 19.14 van de Europese standaard tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen – ES-TRIN). De algemene uitzondering voor passagiersschepen (die voorzien is wanneer er geen kennelijk gevaar bestaat voor het milieu) zal vanaf 2030 dus niet langer van toepassing zijn. Er zal echter een uitzondering worden ingevoerd voor binnenschepen die geen huishoudelijk afvalwater produceren. Met deze nieuwe benadering zal rekening worden gehouden in de volgende editie van ES-TRIN (2023/1).
 
Aanneming van een geconsolideerde versie van ES-TRIN
 
Het comité heeft een aantal redactionele wijzigingen in ES-TRIN 2021/1 aangenomen en heeft besloten om een geconsolideerde versie van ES-TRIN te publiceren. De wijzigingen betreffen kleine aanpassingen die geen juridische gevolgen met zich meebrengen en hoofdzakelijk tot doel hebben een aantal belangrijke taalkundige verbeteringen aan te brengen. Ter herinnering wordt erop gewezen dat ES-TRIN 2021/1 op 1 januari 2022 van kracht zal worden in het kader van de regelgevingen van de CCR (Centrale Commissie voor de Rijnvaart) en de EU (respectievelijk het ROSR en Richtlijn (EU) 2016/1629).
 
Op handen zijnde wijzigingen van de voorschriften voor passagiersschepen en voor alternatieve brandstoffen
 
De tijdelijke Werkgroep CESNI/PT/Pax heeft de laatste hand gelegd aan een aantal wijzigingen van de voorschriften voor passagiersschepen (hoofdstuk 19), die hoogstwaarschijnlijk in de volgende editie van ES-TRIN (2023/1) zullen worden opgenomen. Bij deze wijzigingen is rekening gehouden met de door de Commissies van Deskundigen opgedane ervaringen en met de naar voren gebrachte probleempunten met betrekking tot kleine passagiersschepen.
 
De tijdelijke Werkgroep CESNI/PT/FC heeft de definitieve versie vastgesteld van de voorschriften voor het gebruik van brandstofcellen aan boord van binnenschepen. Er wordt eveneens gewerkt aan de voorschriften voor de opslag van methanol en waterstof als brandstoffen.
 
Motoren
 
CESNI en EUROMOT actualiseren ook regelmatig hun veelgestelde vragen (FAQ’s), die tot doel hebben alle binnenvaartactoren te helpen de toepasselijke voorschriften voor motoren (Verordening inzake niet voor de weg bestemde mobiele machines (NWBMM) en ES-TRIN) beter te begrijpen en te interpreteren. Het secretariaat houdt bovendien een geactualiseerde lijst bij van de fase V-motoren, die kan worden geraadpleegd via de volgende link: https://listes.cesni.eu/2060-nl.html.
 
Werkzaamheden op het gebied van de beroepskwalificaties
 
Publicatie van modelexamens voor het operationeel niveau (Operational Level – OL) en het managementniveau (Management Level – ML)
 
CESNI heeft zijn goedkeuring gehecht aan de publicatie van de modelexamens op zijn website www.cesni.eu. De modelexamens voor schippers en voor personen die matroos, volmatroos of stuurman willen worden, kunnen bijdragen aan het creëren van een gelijk speelveld voor beroepskwalificaties in de Europese binnenvaart. De modelexamens werden gecontroleerd door deskundigen tijdens een vergadering van de examencommissies op 15 september 2021 en zijn door de experten van die commissies als zeer nuttig beschouwd. Toekomstige studenten zouden echter teleurgesteld kunnen zijn, aangezien CESNI geen toestemming heeft gegeven voor de publicatie van de modelantwoorden, die eveneens door de examencommissies werden gecontroleerd.
 
Nieuwe mijlpalen voor geharmoniseerde examens ter beoordeling van competenties
 
Daar waar er al een standaard bestaat voor het praktijkexamen voor schippers, is voor het praktijkexamen voor bemanningsleden op operationeel niveau (matroos, volmatroos en stuurman) nog geen Europese standaard vastgesteld. CESNI heeft aangekondigd dat het bereid is deze standaard in april 2022 aan te nemen. Scholen in heel Europa die examens aanbieden als onderdeel van een goedgekeurd opleidingsprogramma, en examencommissies die onder auspiciën van administratieve autoriteiten examens afnemen, zullen de ontwerpstandaard al kunnen toepassen in het kader van hun dagelijkse activiteiten. Dit zal mogelijk zijn zodra het nieuwe regelgevingskader voor beroepskwalificaties met ingang van 18 januari 2022 in werking zal treden.
 
Het comité heeft zich ook gebogen over een model voor de medische verklaring ter vaststelling van de medische geschiktheid van kandidaten die dekbemanningslid willen worden. Het model geeft aan of een toekomstig bemanningslid of een bemanningslid dat een periodiek medisch onderzoek heeft ondergaan, voldoet aan de criteria inzake algemene conditie, gehoor en gezichtsvermogen. Dit model zou vanaf april 2022 moeten worden toegepast.
 
Nieuwe publicaties en updates op het gebied van de beroepskwalificaties
 
CESNI heeft zijn goedkeuring gehecht aan de publicatie van twee nieuwe toelichtingen bij, enerzijds, de basisopleiding veiligheid voor deksmannen en, anderzijds, het gebruik van gestandaardiseerde communicatiezinnen. Deze toelichtingen, die in vier talen beschikbaar zijn, zullen vóór eind november op de website van CESNI worden geplaatst.
 
Het comité heeft op 28 oktober ook een aantal veelgestelde vragen (FAQ’s) over de interpretatie van ES-QIN goedgekeurd. Een van de FAQ’s heeft betrekking op het gebruik van vrije tekst na de vermelding van de mitigerende maatregelen en beperkingen in verband met de medische geschiktheid, waarbij bijvoorbeeld wordt uitgelegd hoe de beperking om op een bepaald schip of op bepaalde plaatsen aan boord van een schip te werken, in een kwalificatiecertificaat moet worden opgegeven. Tot slot heeft CESNI ook twee andere FAQ’s over de interpretatie van de technische vereisten die van toepassing zijn voor binnenvaartsimulatoren goedgekeurd.
 
Werkzaamheden op het gebied van de informatietechnologieën
 
Bevordering van de verdere integratie van de binnenvaart in de logistieke ketens
 
CESNI was ingenomen met de conclusies van de online-hoorzitting op 9 september 2021 over de bevordering van de verdere integratie van de binnenvaart in de logistieke ketens. De hoorzitting werd georganiseerd door de Werkgroep CESNI/TI (informatietechnologieën). Het hoofddoel was na te gaan welke aanpassingen in ES-RIS moeten worden doorgevoerd om de verdere integratie van de binnenvaart in de logistieke ketens te bevorderen. Daarbij werden in het bijzonder de uitwisseling van gegevens tussen de wal en schepen, en de daarmee samenhangende kwestie van de interface besproken. Tijdens de hoorzitting zijn verschillende projecten gepresenteerd (RIS-COMEX, ST4W, RPIS, DYONISUS, SINLOG en IW-NET), waarbij ook de PIANC een bijdrage heeft geleverd, en feedback van de sector is verzameld. De conclusies van de hoorzitting en de mogelijke vervolgstappen zullen tijdens de volgende vergadering van de Werkgroep CESNI/TI worden besproken.
 
Aanpassing en verlenging van het mandaat van de tijdelijke werkgroepen
 
Het comité heeft besloten het mandaat van de tijdelijke Werkgroepen CESNI/PT/FC (technische voorschriften voor alternatieve brandstoffen) en CESNI/PT/ELEC (elektronische apparatuur en systemen) aan te passen en te verlengen, en de tijdelijke Werkgroep CESNI/PT/PAX (technische voorschriften voor passagiersschepen) op te heffen, aangezien zij haar werkzaamheden inmiddels heeft afgerond. Daarnaast heeft het comité in het licht van het werkprogramma 2022-2024 besloten twee nieuwe tijdelijke werkgroepen in te stellen, die zich zullen buigen over de overgangsbepalingen (CESNI/PT/DT) en het nieuwe model van het certificaat (CESNI/PT/MOD).
 
Op het gebied van de beroepskwalificaties heeft CESNI ook het mandaat van de tijdelijke Werkgroepen CESNI/QP/QM (kwaliteitsmanagement) en CESNI/QP/Crew (bemanningsvoorschriften) aangepast en verlengd. Deze twee werkgroepen waren belast met de ondersteuning van de werkzaamheden met betrekking tot specifieke taken uit het werkprogramma 2019-2021 van CESNI. Bij de aanpassing is rekening gehouden met de uitdagingen van het nieuwe werkprogramma (2022-2024) van CESNI.
 
Tot slot is het mandaat van de vier tijdelijke werkgroepen van CESNI/TI met drie jaar verlengd, waarbij hun huidige samenstelling werd behouden. De tijdelijke werkgroepen zullen verder werken aan de standaardisering van de River Information Services (RIS). Zij zouden in de toekomst ook aanvullende taken op zich kunnen nemen, om de verdere ontwikkeling van ES-RIS en de interoperabiliteit tussen de verschillende RIS-technologieën te bevorderen.
 
Aanneming van het werkprogramma 2022-2024 van CESNI
 
CESNI heeft tijdens de vergadering het werkprogramma voor de komende drie jaar (2022-2024) aangenomen. Dit ambitieuze werkprogramma, dat is gestoeld op de door het secretariaat van de CCR en de Europese Commissie voorgestelde strategische richtsnoeren, kwam tot stand na uitgebreide werkzaamheden van de delegaties en intensief overleg met de verschillende belanghebbenden in de binnenvaart, waaronder met name de erkende organisaties die de sector vertegenwoordigen.
 
Het nieuwe werkprogramma weerspiegelt de prioriteiten van de CCR en de Europese Unie, en omvat een aantal taken met betrekking tot:

  • nieuwe technologieën en innovatie, met inbegrip van het veilige gebruik van en de vaardigheden voor het omgaan met relevante alternatieve brandstoffen en voortstuwingssystemen, om de transitie naar een emissievrije binnenvaart te bevorderen;
  • moderne en flexibele bemanningsvoorschriften;
  • de digitalisering van de binnenvaart, met inbegrip van geautomatiseerde schepen, digitale documenten, navigatie- en informatieapparatuur, alsmede elektronische tools voor het registreren en uitwisselen van gegevens over de bemanning;
  • de herziening en ontwikkeling van standaarden om het hoge veiligheidsniveau in de binnenvaart te waarborgen en de technologische ontwikkeling te volgen.

 
Het werkprogramma zal eind november – een maand na de aanneming ervan – op de website van CESNI worden geplaatst.
 
Voorzitterschap van het comité in 2022-2023
 
Het huidige voorzitterschap voor de periode 2020-2021, dat wordt bekleed door de heer Vojtech Dabrowski (Tsjechische Republiek), met de heer Hans-Peter Hadorn (Zwitserland) als plaatsvervangend voorzitter van het comité, loopt aan het einde van het jaar af. De deelnemers aan de vergadering van CESNI hebben hun waardering uitgesproken voor de uitstekende leiding van het comité en de inzet van de huidige voorzitter en plaatsvervangend voorzitter gedurende de afgelopen twee jaar. Het comité heeft de heer Dabrowski en de heer Hadorn bedankt voor het feit dat zij de werkzaamheden van CESNI, ondanks de pandemie, met succes hebben voortgezet, en voor hun niet-aflatende inzet voor het comité.
 
Marleen Coenen, vertegenwoordigster van België, wordt vanaf januari 2022 de nieuwe voorzitster van het comité voor een termijn van twee jaar (2022-2023). Mevrouw Coenen is hoofd van de afdeling Waterwegen en Binnenvaart bij het departement Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse overheid. Zij kan bogen op een jarenlange ervaring als lid van de Belgische delegatie van de CCR en lid van CESNI. Marleen Coenen zal in haar taken worden bijgestaan door de heer Bilić-Prcić, vertegenwoordiger van Kroatië, die de fakkel overneemt als plaatsvervangend voorzitter van het comité. De heer Bilić-Prcić is scheepsbouwkundig ingenieur en hoofd van de afdeling Binnenvaart bij het Kroatische scheepsregister. Het comité heeft mevrouw Coenen en de heer Bilić-Prcić gefeliciteerd met hun unanieme verkiezing en hen veel succes toegewenst bij de uitoefening van hun toekomstige mandaat.
 
Pensionering van de uitvoerend secretaris van CESNI
 
Het comité heeft de heer Bruno Georges, uitvoerend secretaris van CESNI en secretaris-generaal van de CCR, hartelijk bedankt voor zijn grote inzet voor het comité gedurende de afgelopen vijf jaar. De leden van CESNI hebben hem een welverdiend pensioen toegewenst. De heer Bruno Georges zal met ingang van 1 november 2021 worden vervangen door mevrouw Lucia Luijten.
 
Volgende vergaderingen van CESNI
 
De volgende vergaderingen van CESNI zijn gepland op 12 april en 13 oktober 2022. Het comité hoopt van harte dat de leden dan opnieuw bijeen zullen kunnen komen in het Palais du Rhin in Straatsburg.